Skip to main content

Ik probeer mijn pen

30 december 2022
Marinus Beute
Ik probeer mijn pen

Toen ik nog op de middelbare school zat, kwam bij het vak Nederlands regelmatig de atlas van de Nederlandse letterkunde op tafel. Een groot, dik boek over literatuurgeschiedenis waar ik – eerlijk gezegd – niet veel meer van weet. Maar de titel van het boek heeft me altijd gefascineerd: ‘Ik probeer mijn pen’. Een verwijzing naar middeleeuwse kopiisten die moesten checken of hun pen wel goed werkte. Dus schreven ze af en toe zinnetjes op om te kijken of de inkt netjes op papier kwam. Een pennenprobeersel wordt dit ook wel genoemd. Zo zou ook het oudste zinnetje in het Nederlands op papier terecht gekomen zijn: Hebban olla vogala nestas… Inmiddels zijn taalkundigen het er wel over eens dat het nog maar de vraag is of het hier wel echt om Oudnederlands gaat en zijn er ook wel teksten gevonden die nog ouder zijn. Maar het blijft natuurlijk een mooi verhaal. Dat een pennenprobeersel van een Vlaamse monnik in de elfde eeuw duizend jaar later nog bekend is en zelfs is opgenomen in de canon van Nederland .

Ik probeer mijn pen. Voor mij is het blog waar ik nu mee start zoiets. Probeersels van de pen. Lukt het om in een paar honderd woorden iets op te schrijven dat leuk is om te lezen en te denken geeft? Dat lijkt me de uitdaging. Door te schrijven orden ik mijn eigen gedachten over iets wat mij bezighoudt of ik vertel een mooie, ontroerende ervaring die ik heb opgedaan in mijn werk als predikant. Dat kunnen persoonlijke ervaringen zijn, een zijspoortje in de voorbereiding van een preek, gedachtes naar aanleiding van een goed boek dat ik heb gelezen, een reflectie op een ervaring in een pastorale ontmoeting of iets over een actuele discussie in de kerk. Zo krijg je als lezer een beetje een indruk van wat mijn werk als predikant inhoudt en wat me daarin bezighoudt.
Ook op een iets andere manier zie ik dit blog als een pennenprobeersel. In de Middeleeuwen (en daarvoor) leefde de gedachte dat iets dat opgeschreven was, per definitie waar was. Het einde van alle tegenspraak. Iets is daarvan overgebleven in onze omgang met contracten en officiële documenten. Maar als het gaat om gedachtes, meningen en overtuigingen: wat is dan universeel waar en altijd geldend? Is alles wat geschreven staat per definitie waar? In het bijzonder als het gaat om uitspraken over God. We stamelen maar wat. Is niet al ons schrijven over God en geloof een pennenprobeersel? Voor mij is het belangrijk om telkens te beseffen dat ik nooit laatste woorden spreek. Daar ben ik veel te eindig en beperkt voor. En dat geldt dan dus ook automatisch voor al mijn schrijfsels.

Mijn leven en denken als predikant

Ik probeer mijn pen. Ik heb overigens niet de illusie dat over duizend jaar mensen nog steeds mijn pennenprobeersels lezen… Maar ik hoop wel dat de blogs op deze site jou als lezer een mooi inkijkje geven in mijn leven en denken als predikant. Of dat ze je op nieuwe gedachtes brengen. En wellicht roept het vragen op of wil je reageren. Dat kan natuurlijk. Ik ben benieuwd!


Reageren:

Naam en e-mail zijn verplicht (e-mail wordt niet zichtbaar!)

1000 Resterende tekens


Willem
Reactie op Titus 2: 11-13
Als ik Jezus was zou ik zeggen: Ja die komst hè? Laten het daar het nog eens over hebben!
Ik was er toen toch al en ik zei toch toch op het eind: “Het is volbracht”? Dan heb het dus wel gedaan waarvoor ik kwam!
Dus uh ... of denk je dat ik gek ben! Ik ga dit heus niet nog eens doen hoor, kom jij nu maar naar mij, Slome!!
Kom jij maar naar mij! Slome!

willem
Ik denk dat alle woorden en gedachten en bedenkingen niet toereikend zijn maar het zijn wel oefeningen die uiteindelijk tot meesterschap kunnen leiden, of zoveel ordening kunnen aanbrengen dat woorden en gedachten niet meer nodig zijn maar plaats maken voor een substantieel geestelijk bewustzijn of een waar weten van God. Ieder probeersel is zinvol omdat daarna wat niet voldoet zal kunnen wegvallen en het zuivere steeds zuiverder kan worden.
Wat werkelijk is spreekt voor zichzelf maar dat laat zich pas verstaan na heel wat oefenen en ellende. De verstaander blaast het vuil met een zuchtje weg terwijl dit voor de ongeoefende juist nog een berg zal zijn die nog doorworsteld moet worden om er achter te komen dat die berg die hem het zicht ontnam niet eens bestaat ...