Big Brother?
Met een literaire leesclub herlees ik deze maand het beroemde boek ‘Nineteen Eighty-Four’ van de Britse schrijver George Orwell. Een beklemmend verhaal over een totalitaire staat waarin mensen voortdurend in de gaten gehouden worden. Het boek, geschreven in 1949, speelt zich af in de toekomst.
Veel van wat Orwell dan nog beschrijft als toekomst, herkennen we vandaag om ons heen. Het nieuws dat voortdurend wordt aangepast zodat het beter past in het straatje van de machtige partij. Als je maar vaak genoeg blijft zeggen dat iets waar is, dan is dat op een bepaald moment zo. Fake news. Het meest enge aan het verhaal is dat de partij, de machthebbers mensen voortdurend kunnen volgen via video. Je kunt nauwelijks uit het zicht van de camera’s blijven. ‘Big Brother is watching you’ is al direct op de eerste bladzijde te lezen. Een angstaanjagende gedachte. Verzet tegen deze anonieme, allesbepalende macht is nauwelijks mogelijk. Sterker nog, door middel van de gedachtenpolitie weet de Staat zelfs in de hoofden van mensen te controleren en manipuleren.
BIG BROTHER IS WATCHING YOU
Orwell schreef zijn boek in reactie op totalitaire staten in zijn tijd, nazi-Duitsland en stalinistisch Rusland. Toch heeft het boek weinig aan actualiteit ingeboet. Je hoeft maar naar het Amerika van Trump te kijken en je ziet vergelijkbare dingen gebeuren. En wat dacht je van alle data die grote techbedrijven als Meta, Google en Apple verzamelen? Hoe vrij kun je je bewegen op het Internet? Je zult versteld staan wat deze bedrijven weten van je doen en laten, je opvattingen en voorkeuren. Big Brother is watching you.
Sommige christenen beleven God ook als een soort Big Brother. Hij die mij ziet en mij in de gaten houdt. Hij die mij beoordeelt en bijhoudt wat ik doe en laat. Zomaar kan dat net als in ‘Nineteen Eighty-Four’ een beklemmende gedachte zijn. Zeker als je God vooral ziet als degene die niet tegen zonde en kwaad kan en dat straft. Maar kan het ook zo zijn dat God niet alleen met onderzoekende ogen kijkt, maar ook met ogen vol medelijden? Ik moet denken aan hoe Jezus kijkt naar de rijke jongeling die denkt dat hij al volmaakt is voor God. ‘Jezus keek hem liefdevol aan,’ staat er dan (Marcus 10:21). God is niet een God die alleen de rekeningen bijhoudt. Hij is ook een God vol medeleven en medelijden. Een God die meevoelt en aan de kant van mensen staat die te lijden hebben onder het onrecht dat hun wordt aangedaan. Dat wist de zanger van Psalm 43 ook. Hij begint zijn lied (in feite het tweede deel van Psalm 42-43) met deze woorden:
Verschaf mij recht, o God,
vecht voor mijn zaak.
Bescherm mij tegen
een liefdeloos volk, vol list en bedrog.
(Psalm 43:1)
Ogen vol medeleven
God laten rechtspreken tussen mij en mijn tegenstanders. In onze verbondenheid met God zijn we niet alleen maar mensen die slechte dingen doen. We zijn ook mensen die regelmatig onrecht lijden. Als anderen je oneerlijk behandelen. Als je gepest wordt op het schoolplein of de werkvloer. Als je geestelijk of lichamelijk misbruikt bent. In de Veertigdagentijd staan we niet alleen stil bij onze eigen schuld. Maken we ons niet alleen maar klein om onze eigen zonde. Maar worden we ook bepaald bij het onrecht dat wij (of onze naasten) moeten lijden. En dan roepen om Gods oordeel: ‘Judica’ heet de vijfde zondag van de lijdenstijd (naar het eerste woord van Psalm 43). In Jezus Christus staat God aan onze kant. Dat is toch echt wat anders dan Big Brother.