Als ik op de bank in de kamer zit, heb ik goed uitzicht op de tuin achter. En in die tuin zijn eigenlijk altijd wel vogels te vinden. Ik doe ook mijn best om de tuin vogelvriendelijk te houden. Er hangen vogelhuisjes. Er zijn struiken waar ze lekker in kunnen zitten. Ik hang in de winter een vetbolletje op en een voedersilo met vogelvoer. Ik jaag elke kat die het waagt de tuin in te komen weg met een flinke plens water.
Inmiddels heb ik achttien verschillende vogels in de tuin gezien. Kleine heggenmussen en nog kleinere winterkoninkjes, een schuw roodborstje, maar ook eksters, gaaien en dikke houtduiven en een tijdje terug zelfs een sperwer. Laatst zat er een Turkse tortel in de tuin. En ik vroeg aan een van mijn kinderen welke vogel dat was. Een van de opties was volgens hem een stadsduif. Ik zei toen dat ik die nog nooit gezien had in de tuin. En nog geen week later, zie daar, een prachtige bijna zwarte stadsduif strijkt neer in de tuin! Alsof hij me even wil vertellen dat er toch echt wel stadsduiven in Apeldoorn voorkomen. Even dacht ik nog dat het een postduif van de overbuurman was, maar nee, geen ringetje om z’n poot. Deze stadsduif heeft het prima naar z’n zin, een goed gevuld exemplaar. Niet zo’n vermagerd, woest uitziende vogel zoals je ze op de Dam in Amsterdam wel ziet. Prachtig, zo’n duif. Ik vraag me altijd af hoe het kan dat die dieren de lucht inkomen, zo zwaar als ze lijken.
Duiven worden gezien als vriendelijk en vredelievend (hoewel ze ook behoorlijk ruzie kunnen maken om het voer op de grond…). Dat zal wel met hun zachte en wat plompe uitstraling komen. Ze zien er gewoon lievig uit. Heel anders dan een ekster of een kauwtje. Wat ook mee zal spelen, is dat in de Bijbel de duif de brenger van het goede nieuws is dat de aarde weer bewoonbaar is. Met een olijftakje in haar bek vloog de duif terug naar Noach. Sindsdien is de duif het symbool geworden van vrede. Ook de heilige Geest verschijnt bij de doop van Jezus in de gedaante van een duif om duidelijk te maken wie Jezus is.
In die tijd kwam ook Jezus daarheen, vanuit Nazaret, dat in Galilea ligt, en liet zich door Johannes dopen in de Jordaan. Op het moment dat Hij uit het water omhoogkwam, zag Hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde.’
(Marcus 1:9-11)
De stem uit de hemel maakt duidelijk dat God vreugde vindt in Jezus. Zo’n dertig jaar eerder zongen de engelen over vrede en de vreugde van God in mensen: ‘Vrede op aarde, in de mensen welbehagen’. Terwijl ik dit stukje zit te schrijven, struinen de duiven nog steeds door mijn tuin. Twee onafscheidelijke Turkse tortels, een houtduif en, jawel, de prachtige zwarte stadsduif is er ook weer. Misschien telkens als ik zo’n mooie duif zie even denken aan de heilige Geest die de vrede van Christus op deze aarde uitdeelt.