We staan aan het begin van een nieuw kerkelijk jaar. Het begin van een nieuwe ‘cirkel rond het geheim van Christus’. Een nieuwe start vraagt ook om nieuwe toewijding. Een moment dat we ons opnieuw verbinden aan de liefde van God. De adventsperiode, helemaal aan het begin van het nieuwe kerkelijke jaar, is typisch een moment om dat vorm te geven.
Zoals het begin van een nieuw jaar een moment is om slechte gewoontes af te zweren en goede te omarmen. Zo zou je de adventsperiode ook kunnen gebruiken: als een moment om jezelf opnieuw toe te wijden aan God. Beseffen dat we zelf niet in staat zijn licht aan te steken in ons leven. Doorleven dat er in ons leven onuitgekomen dromen, onbereikbare idealen, mislukte relaties, schuldgevoelens over van alles en nog zijn. En dat alles roept om heling. Om vernieuwing. Om vergeving.
Ad te levavi animam meam, Deus meus
Het is niet voor niets dat in de traditie de eerste zondag van Advent de naam ‘Levavi’ heeft gekregen, genoemd naar een woord uit de latijnse vertaling van de eerste zin van Psalm 25: Ad te levavi animam meam, Deus meus. Oftewel: ‘Tot u heb ik mijn ziel geheven, mijn God’. In de wirwar van het leven, het leven dat om ons heen plaatsvindt, maar ook het leven in ons eigen hart, dat vaak alle kanten opvliegt. Enthousiast, maar ook terneergeslagen. Energiek, maar ook opgebrand. Vol verwachting, maar ook gedesillusioneerd. Tot u heb ik mijn ziel geheven. Of, zoals de NBV21 het vertaalt: ‘Naar u, HEER, gaat mijn verlangen uit’. Advent dwingt je om na te denken waar je ten diepste veilig bent, waar je ten diepste vrede ervaart, waar je ten diepste kunt zijn wie je bent. Waar richt zich mijn verlangen op?
Ik hef mijn ziel tot u
Levavi. Zoals een lift die omhoog gaat. Het woord levavi komen we tegen in het Engelse ‘elevator’. De lift die ons omhoog brengt. Die ons uittilt boven de drukte van het verkeer op de begane grond en ons brengt naar de stilte en het weidse uitzicht van de bovenste verdieping. Zo is Advent het moment dat we onze ziel naar God opheffen. Daar, bij God, is wellicht rust, een weids uitzicht. Ik hoop dat deze Adventstijd voor mezelf en wellicht ook voor jou een moment is om bewust je ziel bij God te brengen. En te ontdekken dat er meer is dan de waan van de dag, meer dan de onrust in mijn hart, meer dan de gekte van black friday en christmas-sale. Als je je ziel naar God opheft, wellicht ga je dan ook de wegen van de Heer zien. Waarnaar is hij onderweg? En wil ik die weg ook gaan?
Naar U, HEER, gaat mijn verlangen uit,
mijn God, op U vertrouw ik, maak mij niet te schande,
laat mijn vijanden niet triomferen.
Zij die op U hopen worden niet beschaamd,
beschaamd worden zij die U achteloos verraden.
Maak mij, HEER, met uw wegen vertrouwd,
leer mij uw paden te gaan.
(Psalm 25:1-4)
Gezegende Adventstijd!