Onbevreesd wandelen
Bent u wel eens bang voor het oordeel? Voor het oordeel van anderen? Wat zullen de buren er wel van denken? Of bent u meer bang voor het oordeel dat uw Heer over u zal vellen? Met die angst werden in het verleden vele gelovigen ‘in het gareel gehouden’. Dreigen met het oordeel. Maar is dat terecht? Laten we eens kijken wat we daarover in de Bijbel kunnen vinden en daarbij stilstaan in deze Wandelgesprekken.
1 JOHANNES 4 : 11 T/M 21
‘DE BUREN’
Misschien hoorde je dat wel eens van je moeder; denk aan de buren. Of wat zullen de buren er wel van denken? Daarmee maken we ons afhankelijk van het oordeel van anderen. Wat zullen de anderen er wel van denken? Maar is dat wel terecht? Iemand heeft eens gezegd; doet wat u wilt, praten doen ze toch wel. Met andere woorden, het maakt niet zoveel uit wat je doet, men heeft altijd wel iets aan te merken. Is dat erg dan? Nee, kijk maar wat Johannes erover zegt in 1 Johannes 3 : 21: “Geliefde broeders en zusters, als ons hart ons niet aanklaagt, kunnen we ons vol vertrouwen tot God wenden”. Als wij er in ons hart van overtuigd zijn dat, wat we doen niet tegen Gods wil ingaat en we het goede doen, dan is het in orde. Wie heeft er dan nog het recht daar iets over te zeggen? Je leest misschien wel dat er een voorwaarde in zit, namelijk doen wat de Heer wil. Het moet niet zo zijn dat we het goed en naar Zijn wil ‘verklaren’, ookal weten we in ons hart dat dit niet zo is. Want dan houden we onszelf voor de gek. En wat nog erger is dan houden we Hem voor de gek. En dat is gevaarlijk. Kijk maar naar Ananias en Saffira ( Handelingen 5 : 1 t/m 11 ). God laat zich niet voor de gek houden. Maar als we oprecht doen wat God van ons wil, dan is er niemand die ons kan aanklagen, als ons hart ons niet aanklaagt. Dat neemt niet weg dat we nog met een andere voorwaarde rekening moeten houden. Romeinen 14 : 13 “Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen. In plaats daarvan moet u zich voornemen uw broeder en zuster niet te laten struikelen of ten val te brengen”. We moeten er dus voor waken dat we door ons gedrag een broeder of zuster ten val kunnen brengen. Wat bedoel ik daarmee, wat bedoelt Paulus daarmee? Jij kan voor jezelf en God verantwoorden de keuze die je gemaakt hebt of het gedrag dat je vertoont. Maar een broeder of zuster kan dat verkeerd interpreteren en daardoor in grote geestelijke problemen raken. Dat laatste moet je als meelevend christen niet willen. Houd daarom rekening met de ander. Niet omdat zijn of haar oordeel over jou van belang is, maar opdat je de ander niet in gewetensnood brengt. Wees dus niet bang voor het oordeel van anderen. Wees altijd bereid om jezelf te verantwoorden. Niet ter verdediging, maar ter verduidelijking. Vorige keer schreef ik al, een oordeel zegt meer over jezelf dan over de ander. Dat geldt ook voor anderen die over jou een oordeel hebben. En vaak geldt hier ook; zoals de waard is vertrouwt hij zijn gasten. Wandel en leef dus onbevreesd, maar wel bewust. Let erop dat je het goede blijft doen, dat je de wil van de Vader blijft doen. Ten goede en tot zegen van jezelf en van de ander. En doe zoals Paulus aan de Filippenzen schreef: “Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen, maar ook die van de ander. Laat onder u de gezindheid heersen die Jezus Christus had”. Filippenzen 2 : 4 en 5.
ANTISERUM
Wat is die gezindheid van Jezus Christus dan? De opofferende liefde, ja, liefde zelfs tot in de dood toe. Dat is het geheim. Dat is het antiserum tegen de angst. Je behoeft niet bang te zijn als je blijft in Zijn liefde. Daarover schrijft Johannes, die ook wel de apostel van de liefde wordt genoemd. ‘Maar’ hoor ik je zeggen, ‘ik weet niet of ik dat wel altijd kan volhouden’. Nou dat weet God ook wel. En Hij wil ons met Zijn woord bemoedigen. “Wees niet bang, want ik ben bij je, vrees niet, want ik ben je God. Ik zal je sterken, Ik zal je helpen, je steunen met mijn bevrijdende rechterhand”, Jesaja 41 : 10. Besef goed, dat wanneer jij de wil van de Vader wilt doen, wanneer je leven wilt zoals God dat van je vraagt, dat je Hem dan aan jouw kant hebt staan. Hij zal je helpen met Zijn Geest. Die Heilige Geest heb je van Hem ontvangen toen je Jezus Christus aannam als jouw Heer en Redder. Je hebt dus altijd een helper bij je. Hij woont in jouw hart. Maar dan moet je één ding doen; Hem de regie over je leven geven. Niet meer vasthouden aan je eigen wil. Niet meer alleen jouw belangen najagen. Laat je egoïsme, je egocentrisme los. Geef je aan Hem over, zodat Hij in jou en door jou heen leeft. Wij moeten in Hem blijven, zoals Hij in ons blijft, zegt Johannes. En dan kan je liefhebben. En zo schrijft Johannes; “Wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in Hem”. Dat is nogal wat. Liefde is niet maar een beetje lief zijn voor de ander. Of een softe lievige houding. Nee, wie Liefheeft blijft in God. Daar hangt dus veel meer van af dan je dacht, misschien. En ja, je kan het, want zo beloofd Hij, God blijft dan in hem of haar. En daar hangen twee dingen vanaf. Allereerst wordt onze wereld hier beneden op aarde daar beter van. Want de liefde is een antiserum tegen haat en tegen onverschilligheid. Wanneer we Gods liefde verspreiden door lief te hebben, dan laten we een stukje hemel op aarde zien. Dan laten we als christen iets van Christus zien. Dat doet de samenleving goed, daar ben ik van overtuigd. Dan wordt het samenleven van mensen beter, dan wordt er naar elkaar omgezien. De Overheid heeft de mond vol over participatie. Nou, wanneer christenen Christus liefde verspreiden dan hebben we participatie in optima forma. Want dan delen we in elkaars leven, ten goede van elkaar. En ten tweede is liefde ook een antiserum tegen de angst. “De liefde laat geen ruimte voor angst; volmaakte liefde sluit de angst uit, want angst veronderstelt straf. In iemand die angst kent, is de liefde niet tot volmaaktheid gekomen”, vers 18 van onze Bijbeltekst. Oordeel dus niet, maar heb lief. En als je liefhebt, dan kan een ander ook geen oordeel over jou hebben. Want dan doe je wat God wil. Want “wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad”. Vers 19 van onze Bijbeltekst.
HIJ VOOR ONS
Waarom heeft God ons lief? We zijn toch zondige mensen. Ja, maar wanneer je Jezus Christus tot je Heer en Redder hebt aangenomen, dan zijn we Gods kinderen. Dan heeft Hij ons lief, zoals Hij Zijn Zoon lief heeft. Dan ziet Hij ons aan in Christus. Of zoals Calvijn het beschreef, dan kijkt Hij naar ons door de bril Christus. En dan ziet Hij volmaakte mensen. Niet omdat wij volmaakt zijn, maar omdat Christus ons aanvult tot volkomen volmaaktheid. Daarom staat Hij in voor ons. God ziet ons als Christus. En dan behoeven we ook niet meer bang te zijn voor het Oordeel. Want “God schenkt vrijspraak op grond van geloof in Jezus Christus aan allen die geloven. En er is geen onderscheid. Want iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God en iedereen wordt uit genade rechtvaardig verklaard, om niet, dankzij de verlossing door Jezus Christus” Romeinen 3 : 22 t/m 24. Christus heeft het voor ons gedaan, door Zijn opofferende liefde. En dat antiserum zorgt ervoor dat we geen angst meer hoeven te hebben. Want Hij heeft de straf gedragen. En daarom worden wij vrijgesproken. Angst impliceert straf, maar er is geen straf voor wie Christus als hun Heer en Redder aannemen. Dus behoeft er ook geen angst te zijn. Waarom weet ik dat? Johannes schrijft; “Hij laat zien dat Hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft”, vers 26. En daarom kunnen wij onbevreesd wandelen.
F.L.
In verband met vakantie komt de volgende Wandelgesprekken uit op 11 juli.