
Pastoralia 39: Vier voorbeeldige moeders.
Wie heeft er nu geen moeder? Zij speelt een belangrijke rol in ons leven, of niet soms?
Eén dag in het jaar zetten we haar in het zonnetje, moederdag. Maar is dat wel terecht?
Wat zegt de Bijbel erover? En komen ze in de Bijbel wel tot hun recht? Welke rol spelen ze in de Bijbel? En wat zegt dat ons, vandaag?
Moeder. Het is geen naam, maar het woord moeder rust op menig lippen op de slagvelden, wanneer jonge moedige strijders sneuvelen. Of in de veldhospitalen, waar zwaar gewonden van datzelfde slagveld, soms hun laatste uren doorbrengen. En wanneer de adem versterft is er soms een laatste woord dat nog over de lippen komt; moeder! Waarom toch? Zij was degene die je negen maanden onder haar hart droeg. Zij was het waarmee je verbonden was met de navelstreng. Ze voedde jou eerst met haar eigen voeding en later zoogde ze je aan haar borst. Haar bloed vloeide in jouw aderen in de baarmoeder en daarna vloeide er bloed bij de geboorte. Ze baarde jou vanuit haar oerkracht als moeder. Geen wonder dat de band met je moeder altijd bijzonder is. Vlees van haar vlees, letterlijk. Haar hartslag, haar stem hoorde je het eerst, toen ze je nog bij haar droeg en kort na je geboorte. Daarom is ook voor menig soldaat het laatste woord; moeder. Bij zijn dood denkt hij aan haar die hem het leven gaf, lichamelijk dan. Want het is God natuurlijk die jou het leven schonk. Daarover heft Psalm 139 zo’n mooi loflied aan. “U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder. Ik loof U voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat U gemaakt hebt”, Psalm 139 : 13 en 14. En bij dit wonder schakelt God wel de moeder in. Laten we dus nooit klein denken over onze moeder. Laten we ook nooit klein denken over vrouwen. Want ik heb diep respect voor wat zij presteren, met hulp van God, als ze kinderen op deze wereld zetten. Het is een wonder en een ontzaglijke prestatie.
Maar moeder heeft ook daarna nog een grote plaats in ons leven. De eerste tijd voedt en verzorgt zij ons. Wij zijn hulpeloze kinderen. We kunnen alleen eten, slapen, luiers vol maken en huilen, meer niet. Maar zij is er voor ons. Ze leert je zitten en lopen, zelf eten met een vork en drinken met een tuitbeker. Ze leert je je veters knopen, aankleden, enz. En naast dat alles en tegelijkertijd voedt ze je op. Met twee woorden spreken, een handje geven, dankjewel zeggen, en dergelijke. Nog veel belangrijker, voedt ze je ook vaak op in vreze des Heren, zoals dat zo mooi heet. Ze leest je voor uit de kinderbijbel. Leert je een gebedje bij het eten of voor het slapen gaan. Dat lijkt allemaal maar kleingoed. Maar het zou mij niet verbazen, wanneer u die gebedjes nog uit uw hoofd kent, na al die jaren. Moeders zijn ongelofelijk belangrijk voor onze opvoeding. En van cruciaal belang voor onze geloofsopvoeding. Wat jammer dat de Overheid dat niet echt erkent. Als het niet gebeurt, omdat moeder niet in beeld is om wat voor reden dan ook, of omdat moeder juist problemen veroorzaakt, wordt ineens duidelijk wat een goede moeder betekent. De Jeugdzorg heeft zijn handen er dan vol aan. En niet zelden justitie ook. En programma’s als Spoorloos en DNA-onbekend spreken boekdelen, wanneer je je moeder niet eens kent geeft dat een leegte die veel pijn geeft. Moeders spelen een belangrijke rol en het is daarom helemaal niet slecht als je haar één dag in het zonnetje zet, per jaar. Dat is ze zeker waard.
En het goede te doen is nooit verkeerd. “Streef altijd naar het goede”, 1 Thessalonicenzen 15 : 5. Moeten moeders dan ook altijd goed zijn? Dat lijkt een voorwaarde, maar dat staat niet in de tien geboden. Daar staat; “Toon eerbied voor uw vader en moeder”, Exodus 20 : 12. Dat zegt niet dat je ouders maar alles mogen, maar er worden ook geen voorwaarden aan hen gesteld. Nee, dit is niet makkelijk, zeker als er van alles niet in de haak is. Maar afgezien van echt ernstige zaken, het is jouw taak hen “op gepaste wijze te gehoorzamen en ook met hun zwakheid en gebreken geduld te hebben”, zo leert Zondag 39, van de Heidelbergse Catechismus. Er zijn situaties waarin dat heel moeilijk, ja, misschien onmogelijk kan zijn. “Maar ja, ze blijft wel je moeder”. Hoor je vaak kinderen ook zeggen, die in zo’n situatie zitten. Het vijfde gebod is één van de twee geboden waaraan een belofte vast zit. God weet ook wel hoe moeilijk het soms kan zijn. Vandaar dat Hij je bemoedigd met een belofte; “Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de Heer, uw God, u geven zal”, Exodus 20 : 12. Moeders zijn vaak gelukkig wel goed en geven vaak ook zelf het goede voorbeeld.
Laten we eens vier van die moeders uit de Bijbel ontmoeten. Twee zijn met name genoemd en twee niet. Allereerst Hanna, de moeder van Samuël, (1 Samuël 1 en 2) Zij was kinderloos en één van de twee vrouwen van Elkana. De andere vrouw treiterde haar daarom. Maar Hanna ging naar Silo naar de Tabernakel van de Heer en bad tot God. Zij zocht haar heil en troost bij de Heer. En daarom ontsloot God haar moederschoot. En negen maanden later werd Samuël geboren. Nu zou je denken en het nog begrijpen ook, dat ze de jongen met al haar zorg en liefde inkapselde. Maar nee, ze brengt Samuël naar God terug, naar de Tabernakel. Ze heeft hem van God gevraagd, dat betekent zijn naam. Hij heeft hem mij gegeven en nu geef ik hem aan God terug. “Wat stom”! Zal je mensen misschien horen zeggen. Maar Hanna zag het wonder dat aan haar was verricht en wilde hem niet voor zichzelf houden. En kijk eens hoe God haar opnieuw zegent, ze krijgt nog vijf kinderen en Samuël wordt een groot profeet. Een zoon om trots op te zijn. Hanna handelde uit geloof. God komt eerst. Daarin is ze een voorbeeld voor ons. Wanneer je God geeft wat Hem rechtens toekomt, dan zal je gezegend worden. Zeker als je dat met heel je hart doet, zoals Hanna.
De tweede moeder wordt niet met name genoemd, (Exodus 2) .We gaan nog verder terug in de tijd. Ze was een vrouw uit de stam van Levi. En haar kind werd onder de meest moeilijke omstandigheden geboren. Als het een jongetje is zou hij letterlijk voor de krokodillen worden gegooid. En het was een jongetje. En dan neemt deze moeder een moedig besluit. Ze brengt haar kind naar de rivier. Nee, niet om het voor de krokodillen te gooien, maar om hem in een rieten mandje te laten weg drijven. En ze zorgt ervoor dat zijn zusje Mirjam hem in de gaten houdt. En dan gebeurd er een wonder. De dochter van de Farao vindt het jongetje en ze noemt hem Mozes. Gered uit het water. Geen ongebruikelijke naam in Egypte. Er zijn een hele rij farao’s geweest die Toetmozes heette. Dat betekent dienaar van het water. En dan gaat het om de Nijl, levensader en god in Egypte. Door de moedige daad van verzet, die hier gehoorzaamheid aan God was, werd Mozes gered. Door zijn eigen moeder. En kijk eens hoe God dat zegent. Zijn eigen moeder mag hem zogen de eerste tijd en later wordt Mozes opgevoed aan Farao’s hof en leert daar aan vaardigheden, die hij later als leider van het volk Israël nodig had. God gebruikt deze jongen met een Egyptische naam voor Zijn heilswerk. De enige mens, afgezien van Jezus, die God gezien heeft, al was het dan van achteren. Welk voorbeeld gaf Mozes’ moeder? Gehoorzaam God altijd, ookal gaat dat in tegen wat de mensen van je vragen of de Overheid wenst. Gods wil gaat boven mensen wil.
De derde moeder wordt ook niet bij name genoemd, ( Rechters 13 ). De vrouw van Manoach, uit de stam Dan. Ze bewijst geloviger en nuchterder te zijn dan haar man. Een engel komt haar vertellen dat ze een zoon zal krijgen. Zij die onvruchtbaar en op leeftijd is. Maar haar man gelooft haar niet. Hij wil het zelf uit de mond van de engel horen. En als die het hem dan verteld, bij een tweede bezoek, dan sterft hij bijna van schrik, als hij beseft dat het een engel is. Maar zijn vrouw blijft nuchter en gelovig. En dan wordt Simson geboren. En zijn moeder zorgt voor de jongen en zorgt ervoor dat hij zich aan de voorschriften van de engel houdt, want hij is een nazireeër. Zij mag geen wijn of andere drank drinken, niets onreins eten want vanaf de moederschoot tot aan zijn dood zal hij een nazireeër zijn.
Ze gehoorzaamd de Heer. En dan staat er: “De jongen genoot de zegen van de Heer en groeide voorspoedig op”, Rechters 13 : 24. Als zijn moeder zich niet aan Gods aanwijzingen had gehouden, wat dan? Welk voorbeeld geeft ze ons? Doe de wil van God en het gaat niet alleen jou goed, maar ook je kind. Ze zal nog heel wat met hem te stellen hebben gehad, Simson was bepaald geen lieverdje. Maar zij gaf het goede voorbeeld, Gods wil doen.
Tenslotte Maria, daar staat voldoende van in de vier evangeliën. Maar kijk eens hoe zij zich opstelt. Allereerst stelt ze zich beschikbaar voor Gods wonderlijk heilswerk. Maria zei: “De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd”, Lucas 1 : 38. Ze was toen een jong meisje. Maar deze uitspraak blijkt in haar leven een program te zijn geworden. Ze diende de Heer en haar grote zoon Jezus, die de Christus is. Soms moest ze daaraan herinnert worden, dat Hij Gods zoon is. Maar meestal deed zij wat ervan haar gevraagd werd. Zij stelde zich dienend op en spoorde anderen aan dat ook te doen. “Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: Doe maar wat hij jullie zegt, wat het ook is”, Johannes 2 : 5.
Wat is het voorbeeld van Maria? Zij diende de Heer en spoorde ook anderen aan dat te doen. Ze bewaarde alles in haar hart. Stelde zich altijd bescheiden op en wees op haar zoon, onze Here Jezus Christus. Wanneer je een moeder hebt die dat ook doet dan ben je gezegend. Hou haar in ere, om het voorbeeld dat ze je gaf en wat ze je geleerd heeft. Het zijn tools en vaardigheden, kennis en waarden en normen, die je hele leven mee gaan.
Zij is jou eerbied waardig. En dan heb ik het nog niet eens over je liefde.
F.L.