Skip to main content
Samen wandelen

Samen wandelen

29 augustus 2024

Hebt u ook wel eens dat gevoel, dat je er helemaal alleen voor staat? Dat je je alleen door het leven als christen moet worstelen? Dat je alleen staat voor de keuzes in je leven? En dat je nergens met je levensvragen terecht kunt? Dat is niet nodig. Want Christus heeft ons samen gebracht. Laten we eens zien wat de Bijbel ons daarover wil leren in deze Wandelgesprekken.

EFEZIËRS 4 : 1 T/M 6

MET ELKAAR
Het kan soms zijn dat je jezelf alleen voelt. Zelfs al ben je in een omgeving met andere mensen; familie, vrienden of collega’s. Je zit met existentiële levensvragen, maar je hebt niet het gevoel dat je daarmee aan kunt komen bij anderen. Dat is natuurlijk heel verdrietig. Vooral voor een christen. En vooral in de kerk. Want in de gemeenschap van de heiligen zou dit niet zo moeten zijn. Maar ja, wanneer jouw geloofsvragen met schouderophalen worden begroet of met een neerbuigende negatieve houding. Wanneer jouw geloofsuitingen met cynisme worden beantwoord. Dan denk je wel twee keer na voordat je nog eens met je geloofsvragen naar een ander gaat. En dat is niet alleen jammer, maar het is ook het falen van de gemeenschap waartoe je behoord. Is dat erg? Ja, want dan schieten we ons doel voorbij. Dan zijn we er niet voor de ander, dan schieten we tekort in liefde. In de gemeenschap van de heiligen moet veiligheid heersen. Zodat je met je vragen terecht kunt. Zonder vooringenomenheid naar je geluisterd wordt. Je serieus wordt genomen. Je gezien wordt en gehoord wordt. En dat je je als kind van God tussen de andere kinderen van God je op je plaats voelt. Niemand mag worden buitengesloten of worden genegeerd. Als iemand met een moeilijk persoonlijkheid of met een moeilijke situatie wordt genegeerd dan slaan we de plank als gemeenschap helemaal mis. 1 Corinthiërs 12 : 22 – 24a staat; “ Integendeel, juist die delen van het lichaam die het zwakst lijken zijn het meest noodzakelijk. De delen van ons lichaam waarvoor we ons schamen en die we liever bedekken, behandelen we zorgvuldiger en met meer respect, dan die waarvoor we ons niet schamen. Die hebben dat niet nodig”. Wat leert ons dit ? Dat we falen als gemeenschap, als we iemand waarmee we niet weten wat we er mee moeten aanvangen, negeren. Hen zouden we juist met meer respect en zorgvuldigheid en met een extra inspanning moeten helpen. Het maakt de gemeenschap namelijk sterker en geeft ons de mogelijkheid om hen liefde te betonen, zoals Christus van ons vraagt. Daarom zijn ze het meest noodzakelijk. Het doet de gemeenschap tot zijn werkelijke doel komen. We hebben elkaar nodig. De één nu, de ander straks. Maar zonder elkaar kunnen we niet. En laten we een houding aannemen zoals Paulus ons oproept in onze Bijbeltekst: “Wees nederig, zachtmoedig en geduldig en verdraag elkaar uit liefde”, vers 2. Dat is de weg die past bij onze roeping, die we hebben ontvangen. Welke roeping? Kind van God te zijn in deze wereld. En een kind van God kijkt in liefde om naar de ander. Die biedt de andere een veilige thuishaven, waar je met al je vragen terecht kunt. Waar je liefde en waardering ervaart in Christus. Waar je tot je recht kan komen. Zo is de gemeenschap een gemeenschap van heiligen. Naar het voorbeeld van haar Hoofd en Heer, Jezus Christus.

SAMEN VERDER
Daarvoor heeft onze Heer herders en leraren gegeven. Maar wat nu als de herder vertrekt? Dan is het des te noodzakelijker dat we bij elkaar blijven. Christus heeft ons bij elkaar gezet. O, dat kan betekenen dat je met mensen te maken hebt die je misschien niet aardig vindt of die je niet liggen. Maar Christus zegt ons via Zijn apostel; verdraagt elkaar uit liefde. Dat is een opdracht. De weg van de minste weerstand is weglopen. Maar het ergste daarvan is dat we dan niet de wil van Hem doen, maar dat we onze haan laten koning kraaien. Het leven in de gemeenschap van de heiligen is een uitdaging en een opdracht. Welke opdracht? “Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft”, vers 3 van onze Bijbeltekst. Dat is niet de weg van de minste weerstand, integendeel, dat betekent dat je er iets voor moet doen. Dat betekent misschien zelfs wel worstelen en zwoegen. Dat kan zelfs betekenen dat je aan de kerk lijdt. Maar het is de moeite meer dan waard. Want het is de Geest die de eenheid van de gemeenschap geeft. Dat betekent dat God daarachter staat. Hij wil dat zegenen. Weglopen, het ergens anders zoeken, lijkt heel begrijpelijk. Vooral als je jezelf niet thuis voelt of wanneer je dingen mist in de gemeenschap waarbij je hoort. Maar bedenk wel, God heeft mij hiér neergezet. Wat is dan mijn reactie daarop? Je kan dan zeggen, nee dank u, ik maak een andere keus. Of je kunt zeggen; ik begrijp er niets van, ik vind het moeilijk, maar ik wil u gehoorzamen en mij inzetten om er iets van te maken. Want leert Efeziërs 4 : 16 ons niet: “Vanuit dat hoofd ( Christus ) krijgt het hele lichaam samenhang en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden. Ieder deel draagt op eigen wijze bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde”. Ieder deel, dus ook jij, draagt bij. Of je nu wilt of niet. Vraag jezelf eens af; wat draag ik bij? Is dat iets positiefs of is het negatief. Wat wil Jezus Christus dat ik bijdraag? Want we moeten het samen doen. We moeten samen verder. In onze westerse samenleving is dat niet eenvoudig. Wij zijn allemaal ras individualisten. Onze eigen mening, ons eigen belang staat vaak voorop. Maar in het koninkrijk van de hemel gaat het om de ander. Wie kan ik voor de ander zijn? Zo heeft Christus dat laten zien en ons geleerd. Hij had Zijn leven over voor ons. En daarom schrijft Paulus; “Wees goed voor elkaar en vol medeleven, vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft. Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die Hij liefheeft en ga de weg van de liefde, zoals Christus deed, die ons heeft liefgehad en zich voor ons gegeven heeft als offer, als een geurige gave voor God”, Efeziërs 4 : 32 – 5 : 2. Niet weglopen dus, nee, samen de schouders er onder en er voor elkaar zijn. Wanneer de herder en leraar vertrekt, dan moet de kudde juist meer samen doen en samen zijn. We hebben elkaar nodig. Om elkaar te bemoedigen, aan te sporen, te motiveren en te corrigeren. Ieder deel draagt bij. U / jij ook? Samen kunnen we verder.

NAAR CHRISTUS
Maar waar naar toe dan? Waarnaar toe gaan we dan samen? Naar een grotere gemeente? Naar een perfecte gemeenschap? Nee, we groeien samen verder naar het hoofd, Jezus Christus. “Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toegroeien naar Hem die het hoofd is: Christus”, Efeziërs 4 : 15. De tekst staat in de koepel van de Voorhof. Laten we dus eens wat vaker omhoog kijken, zowel figuurlijk, als letterlijk, wanneer we ons afvragen hoe het verder moet. En let goed op, het woord samen heeft een prominente plaats. Alleen lukt dat moeilijk. Elkaar in de steek laten is niet aan de orde. Christus liet ons ook niet in de steek. Nee, samen groeien we naar Christus toe. Zo wil Hij dat, zo doet de Geest dat. We moeten samen wandelen. Dat geeft steun, veiligheid en kracht. Want alleen samen staan we sterk. Dan komen we verder. En dan kunnen we voluit zingen: “Samen in de Naam van Jezus heffen wij het loflied aan, want de Geest spreek alle talen en doet ons elkaar verstaan. Samen bidden, samen zoeken naar het plan van onze Heer. Samen zingen en getuigen, samen leven tot Zijn eer”. Lied 167 GK2006.
F.L.