Vernieuwd wandelen door de Geest
Kunt u het zich nog herinneren dat u belijdenis van uw geloof deed? Het elan, het vuur, het enthousiasme dat u voelde? De blijdschap dat u koos voor een leven met de Heer? En hoe is dat nu? Wat ingedut? Gaat het op de automatische piloot? Of bevindt u zich in een woestijn- tijd? Hoe hou je toch dat vuur gaande, hoe hou je dat elan vast? Kan dat terugkomen? En hoe dan? Laten we daar eens bij stilstaan in deze Wandelgesprekken.
KOLOSSENZEN 3 : 5 T/M 17
JE DENKEN
Nadat we belijdenis van ons geloof hebben afgelegd keren we al snel terug naar het leven van alle dag. En dat leven heeft zo zijn uitdagingen. Er komt van alles op ons af. Moeiten en problemen; ziekte, financiële problemen, werkloosheid misschien. Of problemen in je relatie, of met je kinderen. Of het vinden van een levenspartner. Of je weet niet wat je met je leven aan moet, welke opleiding moet ik gaan doen. Moet ik überhaupt wel een opleiding doen of gewoon maar gaan werken? En dan kunnen we geconfronteerd worden met tegenslag of tegenstand. Kortom het leven gaat over ons geloof heen. Dan schieten we als mens vaak in een reflex. Afhankelijk van ons karakter. De één reageert opstandig, de ander verslagen. De één reageert vanuit zijn ratio, de ander gevoelsmatig. En van daaruit ontwikkeld ons gedrag en ons denken. Zelden gebeurd wat voor een christen nu zo belangrijk is. Namelijk dat we de vraag stellen; wat bedoelt de Heer hiermee? Wat zou Zijn bedoeling zijn met dit of dat? In plaats van dat we een stap terug doen, de situatie bekijken en ons deze vragen stellen, schieten we vaak in de stress. We willen handelen, wat doen, om de negatieve situatie van dat moment te keren. Heel natuurlijk, heel menselijk, maar wel de reactie van de oude-mens. Je bent een nieuwe-mens. Een kind van God. En bij God bestaat geen toeval. Dingen overkomen je niet zomaar. Een negatieve situatie in je leven kan een beproeving zijn voor je geloof. Je zou kunnen zeggen de lakmoesproef. In hoeverre geloof je echt wat je hebt beleden? Verwacht je het echt van Hem alleen? Of stel je toch stiekem je vertrouwen op je eigen vernuft, je vaardigheden, je geld, of wat dan ook? Wees niet verbaasd dat dit je overkomt. Het leven kan ons een bal toewerpen, de vraag is hoe wij het opvangen. En dat doe je allereerst door stil te zijn. Vraag God; Heer waarom overkomt mij dit? Wat wilt u daarmee zeggen? Wilt u mij dat laten zien? Met andere woorden laat je gezindheid vernieuwen. Niet denken en reageren zoals de wereld doet. Die gaat op zoek naar een zondebok, begint een rechtszaak, haalt alles uit de kast om tegen de problemen te strijden, stapelt behandeling op behandeling en zonodig vraag je om een second opinion. De reflex van de oude-mens, de gezindheid van de oude-mens. Maar Paulus zegt: “U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld maar u veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is”, Romeinen 12 : 2. O, ik ken die strijd wel. Ik heb werkloosheid meegemaakt. Je wringt je in allerlei, soms vreemde, bochten om die situatie op te lossen, ook ik. Maar toen ik het losliet en zei; ‘Heer, ik weet het niet meer, laat U mij maar zien hoe het verder moet’. Kwam er wonderlijk genoeg niet lang daarna een oplossing, waar ikzelf nooit aan had gedacht. Ik leerde dat met een harde les. Als ik dat eerder aan Hem had overgelaten, daar ben ik van overtuigd, had me dat niet zoveel pijn en stress gekost. Vernieuw dus je denken, richt je tot Hem.
JE DOEN
Maar niet alleen je denken moet vernieuwen, ook je doen. We zijn geneigd, zoals gezegd, met de wereld mee te doen. Dat is die oude-mens in ons. Vooral niet opvallen, maar je zoveel mogelijk aan de omgeving aanpassen. Maar zonder dat je het weet leef je in dezelfde gezindheid als de wereld. En dan doe je dingen die in de wereld heel gewoon zijn. Neem bijvoorbeeld ambitie. Als je de wereld moet geloven is ambitie heel erg belangrijk. Je moet vooruit komen in deze wereld. Maar al heel snel raak je dan blind voor waar een christen voor in de wereld is. Een christen leeft tot eer van God en tot heil van zijn naaste. Een christen leeft niet voor zijn carrière, leeft niet om rijk te worden of alsmaar rijker te worden. Een christen leeft niet voor zichzelf. Geen ikke, ikke, ikke en de rest……… Nee, een christen is onderdeel van het Lichaam, schrijft Paulus in Romeinen 12. En daarom schrijft hij in vers 3; “U moet verstandig over uzelf denken, in overeenstemming met het geloof, de maatstaf die God ieder van u geschonken heeft”. Ambitie is vaak op jezelf gericht en op je eigen belang. Maar dat is aards denken en doen. Nee, zegt onze Bijbeltekst; “Laat dus wat aards in u is afsterven”. En dan volgt een hele rij van gedragingen die niet bij een kind van God passen. En één daarvan is hebzucht. Hebzucht is afgoderij, zegt Paulus. En weet je, daar raken we aan de gezindheid van deze wereld. Want ambitie is niets anders dan de drive onder de hebzucht. We willen meer en meer en het liefst meteen. Ambitie jaagt de hebzucht aan en hebzucht jaagt de ambitie aan, althans zo is het in deze wereld. Daar moeten we dus niet aan meedoen. Waarom? “Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u Zijn heiligen bent en Hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig meeleven, in goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld”, vers 12. Je gedrag als christen moet juist meelevend zijn. Met andere woorden bijvoorbeeld; ik kies niet voor drie keer op vakantie gaan per jaar, omdat ik mijn vakantiegeld graag deel met hen die het minder hebben dan ik. Of ik bedank voor die promotie, omdat ik het belangrijk vind behulpzaam te zijn in mijn omgeving. Of ik kies juist voor minder, minder in plaats van meer, meer, om het milieu te sparen en om nog iets voor een ander over te hebben. Dus na het vernieuwen van je denken, moet ook je doen worden vernieuwd. Je bent als het goed is een christen uit één stuk. Je doen en denken zijn met elkaar in overeenstemming, of je kunt het met een oudere term omschrijven; leer en leven zijn één. ‘Nou, ik weet niet of mij dat wel lukt’, hoor ik je zeggen. ‘Misschien was ik er bij mijn belijdenis doen wel van overtuigd dat ik dat kon, maar nu’. En toch kan het, zeg ik u.
DE HEILIGE GEEST
Belijdenis werd en wordt niet voor niets vaak gedaan met Pinksteren. Want het is de Geest die het geloof in ons werkt. Wie Jezus Christus tot zijn Heer en Redder heeft aangenomen die ontvangt de Heilige Geest. “want het is God die zowel het willen als het handelen bij u teweegbrengt, omdat het Hem behaagt”, Filippenzen 2 : 13. En dat doet Hij doormiddel van Zijn Geest, die woning in uw hart heeft gemaakt. Of zoals Paulus het omschrijft in Titus 3 : 5; “Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest”. Door het geloof zijn we wedergeboren. En worden we vernieuwd tot een nieuwe mens door het werk van de heilige Geest. Kunnen we dan ons denken en doen vernieuwen? Jazeker, maar dat kan je alleen door de kracht van de heilige Geest. Dat elan, dat vuur, dat enthousiasme om te leven voor en met de Heer. Dat je misschien voelde op de dag dat je belijdenis deed kan worden hersteld. Als je de Geest Zijn werk laat doen in je leven. Het is de Geest die je leven kan vernieuwen, zowel je denken, als je doen. Dan wordt je focus hersteld, gericht op God en je naaste. Dan wordt je weer enthousiast en pak je de draad weer op. Dan wordt je weer een christen uit één stuk. Je denken en doen vormen weer een éénheid. Dat kan pijnlijke keuzes meebrengen. Maar ze zijn het waard. Want “Liefd’ en ijver zullen blaken, waar reeds alles scheen verkwijnd”, Gezang 102 : 5 GK2006. Alles zal weer opbloeien. Daarom laat ons zingen; “Laat U mijn hart een tempel zijn, maak toch mijn leven nieuw en rein. Regeer mij door uw levend woord. Geleid ook al Gods kinderen voort. O Geest, die al Gods heil ontvouwt, schenk ons uw gaven zevenvoud, ontspring in ons als een fontein die leven wekt in de woestijn”. Gezang 103 : 5 en 6 GK2006.
F.L.