Skip to main content
Vertroost wandelen

Vertroost wandelen

28 november 2024

Waar vindt u troost? Het is Eeuwigheidszondag geweest. Traditioneel herdenken in vele kerken van protestantse herkomst men de overledenen van het afgelopen jaar. Voor sommigen nog erg vers. Maar toch mooi dat er aan hen gedacht wordt en dat hun naam wordt genoemd. Maar waaruit put u troost in het vaak nog verse verdriet? Laten we daar eens bij stilstaan in deze Wandelgesprekken.

JOHANNES 11 : 1 T/M 54

IN DE HEER
Eeuwigheidszondag herdenken we de overledenen. Zij van recente datum. Maar bij jezelf gaan ook je gedachten uit naar velen die zijn overgegaan van het tijdelijke naar het eeuwige. Ook ik ken dat, Overgrootmoeder, Grootouders, vader, schoonouders, ooms en tantes, een nichtje. Het zijn er nogal wat. Zo gaat dat in het mensenleven. Hoe ouder je wordt hoe vaker je op de begraafplaats staat. En het went nooit. Je hoort vaak de opmerking; de dood hoort nu eenmaal bij het leven. Daar ben ik het niet mee eens. De dood hoort niet bij het leven. Het is het ultieme tegenovergestelde van het leven. Het staat wel naast het leven, maar het is een geheel andere werkelijkheid. Zoals licht staat naast donker. Ze hebben niets met elkaar te maken. Als het licht wordt wordt de duisternis verdreven. Waar licht is kan geen duisternis zijn en andersom. Het is een geheel andere werkelijkheid. We missen de één soms meer dan de ander. Dat komt vaak door de band die je met iemand had. Liefde stopt niet bij het graf, maar gaat daar overheen. Je blijft van iemand houden, ookal is die persoon overleden. En dat kan lang duren. Zo is mijn Grootvader, Frens Lip, al 46 jaar geleden overleden, maar ik mis hem nog elke dag. Dat komt omdat ik een innige band met hem had. Ik hield van die man. Dat maakt ook dat het verdriet er altijd blijft. Het steekt zomaar de kop op, een geur, een beeld of een geluid kan zomaar oproepen dat je weer aan hem moet denken en dan voel je de pijn van het gemis. En toch is er ook troost. Waardoor? Door de wetenschap dat hij een gelovig man was, die dicht bij zijn Heer leefde en in Hem ontslapen is. En dan zegt onze Bijbeltekst; “Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in Mij gelooft zal nooit sterven”, vers 25 en 26. En dat geloof ik ook. Ik weet dat hij rust bij zijn Heer. Hij leeft in eeuwigheid, zoals de Heer zelf heeft belooft. “Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft”, Johannes 3 : 16. Ik mis hem hier, maar ik weet dat hij het daar goed heeft. ‘Maar hoe zit het dan met hen die niet in de Heer zijn ontslapen’? Vroeger zou het antwoord zijn, die gaan naar de hel. En, o zeker, ik geloof dat er een hel is, maar ik zou niet graag een uitspraak doen over waar iemand, die ogenschijnlijk niet in de Heer is ontslapen, heengaat. Nu antwoord ik; laat dat oordeel maar aan Hem over die de harten kent. En bovendien is het niet zo belangrijk wat ik denk, waar iemand heen zou gaan, maar dat ik je oproep; Pas op dat je niet de verkeerde keuze maakt in dit leven. Zodat je daarna niet verkeerd uitkomt.

WACHTEN MET DE HEER
Eeuwigheidszondag is niet alleen een zondag waarop wij de overledenen herdenken, maar ook de wederkomst van Christus in herinnering roepen. Niet voor niets is het de zondag voor de eerste advent. Advent is het wachten op de Heer. Niet alleen voor het kerstfeest nu, maar ook op Zijn wederkomst. We leven voortdurend in Adventstijd, de tijd van de nieuwe bedeling. “Deze Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie Hem naar de hemel hebben zien gaan”, Handelingen 1 : 11b. We wachten nu op onze Heer en met Zijn komst ook op de opstanding van hen die in Hem ontslapen zijn. ‘Hoe zit dat dan’? “Hebt u niet gelezen wat God u over de opstanding van de doden heeft gezegd? Dit is wat Hij zei: ‘Ik ben de God van Abraham, de God van Izaäk en de God van Jakob’. Hij is geen God van doden, maar van levenden”, Mattheüs 22 : 31. Dus op de één of andere wijze zullen allen die in Hem ontslapen zijn erbij zijn, wanneer Hij terug komt op de wolken. Hoe dat precies in z’n werk gaat dat blijft een vraagteken, maar ik weet dat mijn Heer het weet en dat het zal gebeuren. Omdat te onderstrepen liet Hij zien dat Hij macht heeft over de dood. Dat liet Hij zien in onze Bijbeltekst bij de opstanding van Lazarus. Maar nog majestueuzer op het moment dat Hij de geest gaf op Golgotha. “Op dat moment scheurde in de tempel het voorhangsel van boven naar onder in tweeën en de aarde beefde en de rotsen spleten. De graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen werden tot leven gewekt, na Jezus’ opstanding kwamen ze uit de graven, gingen de heilige stad binnen en verschenen aan een groot aantal mensen”, Mattheüs 27 : 51 t/m 53. Dat is een gigantisch wonder. Hoe zou men hierop hebben gereageerd? Als dit geen teken is, wat dan wel? Jezus deed wonderen niet om ons te verbazen met spektakel, maar om Zijn woorden te onderstrepen. Hij haalt dat aan in Zijn gebed tot Zijn Vader in onze Bijbeltekst; “U verhoort Mij altijd , dat weet Ik, maar Ik zeg dit terwille van al deze mensen hier, opdat zij zullen geloven dat U Mij gezonden hebt”, vers 42. Hij heeft de macht over de dood. Dus Hij kan het, omdat Hij Gods Zoon is. Daarom weet ik dat ik bij Zijn wederkomst mijn geliefden, die in de Heer ontslapen zijn, terug zal zien. Want ze zijn niet dood, maar leven eeuwig bij Hem. Dat geeft enorme troost. ‘Maar dat doet toch niet af aan het gemis?’ Nee, maar ik zie het als een situatie zoals in de jaren vijftig. Vele Nederlanders emigreerde naar verre oorden. Je zag ze niet meer, maar ze zijn er nog wel. Natuurlijk mis je ze, maar ze hebben het daar goed en bouwen een nieuw bestaan op. Zo is het ook met de ontslapenen in de Heer. Ze leven bij Hem en dat voor eeuwig en hebben een nieuw verheerlijkt bestaan. Ze leven bij het Lam en hebben geen verdriet, pijn, ziekte of moeiten meer. “Want het Lam midden voor de troon zal hen hoeden, hen naar waterbronnen van leven brengen. En God zal alle tranen uit hun ogen wissen”, Openbaring 7 : 17. Als dit geen troost geeft?

DOOR DE HEER
Maar dit kan alleen maar door Hem. Doordat Hij zich aan de dood overgaf op Golgotha overwon Hij de laatste vijand. Hij verwierf zo de sleutels van het dodenrijk. Hij is de Heer van het Leven. Daarom is het van belang dat je Hem aanneemt als je Redder en Heer. Je leven in Zijn hand legt. Hij is dé Weg, dé Waarheid en hét Leven. Het eeuwige leven. Je kunt alleen maar tot de Vader komen dan door Hem. Daarom waar je de eeuwigheid doorbrengt hangt af van je keuze hier en nu. Je kunt nu reeds het eeuwige leven verwerven. Maar dan moet je in Hem geloven. Dan ga je nooit dood. Dan is dat graf maar niet een zwart gat in het niets, maar het is de poort naar het Eeuwige leven. In dat graf gaat maar één ding dood, namelijk je zonden. En daarom mag je dan eeuwig bij God leven. Maar alleen als je nu voor Hem kiest. Dat is je beste begrafenisverzekering. Voor hen die in Hem ontslapen zijn is dat de mooiste toekomst en voor ons die achter blijven een enorme vertroosting. En “eens zal op de grote morgen klinken het bazuingeschal, dan zal Jezus wederkomen als de rechter van ’t helaal. Eens zal op de grote morgen, blank en bruin worden vereend; kleur of ras is niet belangrijk, maar Gods gunst aan ons verleend”, Bundel Johannes de Heer 199. Was het maar zover.
F.L.