Skip to main content
Vervuld wandelen

Vervuld wandelen

26 september 2024

Waar bent u vol van? Waar loopt u mond van over? Of is er niets waar u echt vol van bent? Ervaart u misschien een grote leegte in uw leven? Laten we eens zien in deze Wandelgesprekken wat er gebeuren kan als je de Heer écht ontmoet. Wat kunnen wij daarmee? Wat heeft dat ons te zeggen? En hoe kunnen wij dat ervaren?

JOHANNES 4 : 1 T/M 30

LEEGTE
Je kunt een leegte in je leven ervaren. En dat kan desastreuze gevolgen hebben. Mensen proberen die leegte op te vullen. Met drugs of drank. Met gokken of veel feestvieren of met seks. Maar aan het eind van de dag, blijkt dat de leegte weer terug is en erger nog, wordt de leegte nog sterker ervaren. Het is vaak een zichzelf versterkende vicieuze cirkel. Het gaat van kwaad tot erger. Het gaat je leven beheersen, het geeft allerlei bijkomende problemen. Geldgebrek, je gezondheid gaat achteruit, sociale contacten vallen weg. Je raakt in een isolement. En dat versterkt dan weer het gevoel van leegte, van geen doel in je leven te hebben, van niet van belang te zijn. En dan gaat het van kwaad tot erger, soms tot de dood erop volgt. Zo is het ook met de Samaritaanse vrouw in ons Bijbelgedeelte. Ze leeft in een isolement. Dat zien we, omdat ze op het heetst van de dag naar de bron gaat. Dat doet geen weldenkend mens. Maar dan hoeft ze tenminste geen andere mensen tegen te komen. In haar leven is een leegte. Vermoedelijk een gevoeld gebrek aan liefde en aandacht, dat ze probeert op te vullen met relaties met mannen. De Heer ontdekt haar aan die leegte. Vijf mannen heeft ze gehad en nu leeft ze met een man, die de hare niet is, vers 18. Ze ervaart dat als pijnlijk dat Hij dat bij haar heeft opgemerkt. Jezus ontdekt haar aan haar leegte. Aan dat gapend gat in haar hart. Maar een gesprek daarover probeert ze te vermijden. Ze gooit het gesprek over een andere boeg. Ze snijdt een bekend geschil aan tussen de Joden en de Samaritanen. Over de plaats waar ze God moeten aanbidden. Herkent u dat? Wij kunnen dat ook als een gesprek een kant op gaat, dat je niet bevalt, dan probeer je het gesprek op een ander onderwerp te brengen. Dat kan ook bij ons christenen. Als een gesprek bij ons te dicht bij komt, dan kunnen we het gesprek op een ander onderwerp brengen. We kiezen dan voor een controversieel onderwerp dat in de kerk speelt of we uiten kritiek over hoe de kerkenraad handelt of hoe het in de gemeente toegaat. Dat lijkt heel vroom, maar dat is het niet. Het is een reflex om onszelf te beschermen. Maar waarom doen we dat? Jezus laat zich echter niet afschepen. Maar let op hoe Hij dat doet. Hij berispt haar niet en uit geen kritiek op haar persoonlijk. Nee, Hij beantwoord haar vraag en leidt haar terug naar het werkelijke onderwerp. Zo liefdevol gaat Hij met haar om. Dat is een voorbeeld voor ons. Wij moeten niet meteen met het vingertje klaar staan en met kritiek en terechtwijzing. Maar we moeten liefdevol proberen het gesprek weer om te buigen tot de essentie. Dat is wat Jezus hier doet. Hij biedt zichzelf aan, het levende water. En in het gesprek met haar komt ze zelf tot de ontdekking; dit is de Messias, de Beloofde. En let nu op wat er hier gebeurd. Dit is één van de weinige plaatsen in de Bijbel waarin Christus zich bekend maakt en dat nog wel tegen een Samariraanse. “Jezus zei tegen haar: ‘Ik ben het, degene die met u spreekt”, vers 26. Dit is een van de Bijbelgedeelten die mij in de positieve zin kippenvel geeft. Wat een voorrecht om dit van Hemzelf te mogen vernemen. Hoe graag zouden wij dat wel eens willen, met Hemzelf spreken.

VULLEN
Jezus vroeg van deze vrouw, die ‘de weg’ een beetje kwijt leek te zijn, om water. Maar dan draait zich het beeld helemaal om. Hij biedt de vrouw zelf water aan. Het verbaasd haar en brengt haar in verwarring. “Maar heer, zei de vrouw, U hebt geen emmer en de put is diep – waar wilt U dan levend water vandaan halen? “, vers 11. Ze voelt aan; er klopt iets niet. En dat wordt duidelijk als de Heer spreekt. Dan wordt duidelijk dat het niet maar om gewoon water gaat. “Jezus antwoordde: iedereen die dit water drinkt ( uit die put ) zal weer dorst krijgen, maar wie het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat Ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft”, vers 13 en 14. Dat wil de vrouw wel, maar ze heeft nog niet helemaal door wat die Joodse man bedoelt en daarom gaat Jezus nog een spade dieper. Dan prikt Hij door haar façade heen en legt de vinger op de zere plek, namelijk de leegte in deze vrouw. Pas als ze er achter komt dat Hij de Messias, de Beloofde, Christus is. Landt het levende water in haar hart. Hij, het brood des levens, de ware wijnstok, de weg, de waarheid en het leven, is ook het water des levens. Dat water dat wanneer je ervan drinkt en blijft drinken, eeuwig leven geeft. De Samaritaanse vrouw heeft het nu door. Waarom weet ik dat? Kijk maar verder in het verhaal. Dat levende water heeft haar geheeld. Ze spoedt zich terug naar de stad. En nu zoekt ze niet meer het isolement, nee, ze gaat verkondigen wat ze gehoord heeft. Van iemand die in haar schulp was gekropen staat ze nu, om het zo maar eens uit te drukken, op een zeepkist en verkondigd wat ze heeft gehoord aan wie het maar horen wil. Ze liet zelfs haar kruik bij de put staan. Want ze had water ontvangen, dat vele malen meer was en beter was dan het water uit de put van Jacob. Ze ontving levend water, de grote zoon van Jacob, Jezus Christus. En de woorden van de Heer worden meteen bewaarheid. Ze wordt gevuld met levend water en het stroomt over en ze wordt een bron. “Want waar het hart van vol is, daar loopt de mond van over”, Lucas 6 : 45. De Samaritaanse vrouw liet zich vullen met levend water. Waarmee laten wij ons vullen? Met onze dagelijkse beslommeringen, met onze carrière, met aardse zaken? Dan zal over lange of kortere tijd blijken dat deze eindig zijn en dan staan we weer met lege handen. Maar als we ons laten vullen door de Heer. Als we onze handen ophouden en als we drinken van het levende water, dan zullen we nooit meer leegte ervaren. Nee, integendeel we worden dan zelf een bron en we zullen overstomen.

OVERVOL
Want God geeft nooit mondjesmaat, maar in overvloed en niet voor even, maar voor eeuwig. “Dan zult u met alle heiligen in staat zijn de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte te begrijpen, ja de liefde van Christus kennen die alle kennis te boven gaat, opdat u geheel vervuld zult raken van de volheid van God”, Efeziërs 3 : 18 en 19. De volheid van God, voller kan het niet. Zo goed is onze God. ‘Maar hoe krijg ik dat dan’? zal je zeggen. Door het geloof in Christus. Wie zich geheel geeft aan Hem en Hem aanneemt als zijn of haar Heer en Heiland, die ontvangt de Heilige Geest. Hij wordt een bron van Levend water in jou en jij zult zo vol zijn van Hem, dat je mond overvloeit. Dan kan je het niet meer voor je houden. Want Hij vult je leven zo volkomen op, dat je overstroomd van Zijn liefde. Liefde in woorden en daden. Laat je dan vullen door Hem en zo vervuld wandelen. Zo vol van Hem leven. Dan kan je alles aan, want Hij is bij jou en zelfs in jou. Ja, zelfs zo, dat je overstroomd. Vind je dat eng? Is dat misschien waarom we in gesprek met elkaar altijd terughoudend of zelfs ontwijkend zijn? Dat er zo weinig van hart tot hart wordt gesproken? Maar wie overvol is van Gods liefde en goedheid diens hart loopt over, zonder angst. Durf daarom de uitdaging aan. Laat je, overvolle, hart spreken. Want bang zijn is niet nodig. “Hij vervult het verlangen van wie Hem eren, Hij hoort hun klacht en komt te hulp. De Heer waakt over wie Hem liefhebben, maar goddelozen vaagt Hij weg”, Psalm 145 : 19 en 20. Laat dan uw hart spreken en “Mijn mond zal spreken van de lof des Heren. Laat al wat leeft Zijn naam voor eeuwig eren!”, Psalm 145 : 5 ( berijmd ).
F.L.