Wandelen in eensgezindheid
Bent u een mensenmens ? Voelt u zich het beste op uw plaats te midden van anderen? Of juist niet. Bent u liever op uzelf. Verdrinkt u in de massa of vreest u daar in te verdrinken en houdt u zich dan liever maar afzijdig. Of misschien wil je juist authentiek zijn en geen ‘kuddedier’ en spreekt jou daarom grote groepen niet aan, bang dat je dan jezelf niet kunt zijn. Of misschien voel je jezelf niet gezien en gehoord en heb je het gevoel er niet bij te horen. Laten we in deze wandelgesprekken eens er bij stilstaan wat de Bijbel daarover zegt.
1 KORINTIËRS 12 : 12 T/M 27
EÉN LICHAAM
Het verbaasd mij telkens weer hoe raak de beelden zijn die de Bijbelschrijvers telkens weer gebruiken. Zo gebruikt Paulus in onze Bijbeltekst het beeld van het lichaam. En we kunnen daarover veel mooie dingen zeggen, die helemaal betrekking hebben op het leven van christenen. Allereerst dit; het lichaam is een levend orgaan. Het beweegt, het voelt en het kan pijn lijden. De Kerk, het lichaam van christus, is dus geen statisch geheel. Er is maar één statisch lichaam en dat is een lijk. Dat beweegt niet meer, voelt niets meer en kan geen pijn meer lijden. Ook kan het niets meer leren. Maar een levend lichaam wel. Daarom moeten we ons altijd afvragen, wanneer we willen dat er niets verandert in de kerk, of we dan niet verlangen naar de status van een lijk. O, begrijp mij niet verkeert, ik wil niet zeggen dat daarmee alle verandering goed is. Maar helemaal niet veranderen, bewegen, is de dood in de pot. Verandering op zich is dus niet fout. Het tweede wat we van dit beeld kunnen leren is; dat het lichaam een éénheid vormt. Het is geen verzameling van losse onderdelen. We zijn geen lichaamsdelen, die in potten op sterk water, bij elkaar in de kast zijn gezet. Of die door een soort van dokter Frankenstein aan elkaar zijn genaaid. Het lichaam van Christus is een goed functionerend geheel dat door spieren en banden bij elkaar wordt gehouden. En dat met zenuwbanen aan het Hoofd Christus is verbonden. “Vanuit dat hoofd krijgt het hele lichaam samenhang en wordt het ondersteund en bijeengehouden door alle gewrichtsbanden”, Efeziërs 4 : 16a. Het verschijnt, treed op en functioneert als een éénheid. En nogmaals een lijk desintegreert en valt langzaam uitéén. Kijk dus eens om je heen in de kerk. Zijn we een levend lichaam of een desintegrerend lijk. Treden wij naar buiten als een éénheid of als een groep losse individuen die niets met elkaar hebben? En maken we werk van het zoeken naar kerkelijke eenheid of voelen we geen verlangen naar andere christenen, die ook van deze schaapskooi zijn ( Johannes 10 : 16)? Ten derde; Iedereen heeft zijn plaats in het lichaam. “Maar God heeft juist alle lichaamsdelen hun plaats gegeven, precies zoals Hij dat wilde”, vers 18 van onze Bijbeltekst. Vindt jij dat je er niet bij hoort? God vindt iets anders. En als de almachtige en eeuwige God heeft gewild dat jij er wel bij hoort, wie ben jij dan om dat anders te zien? Je hoort er wel degelijk bij. En een ieder heeft zijn eigen plaats en zijn eigen functie in dat lichaam. We kunnen niet zonder elkaar, oren, ogen, neus, huid, armen, benen, maar ook hart, longen, lever en nieren. Ja, zelfs het kleinste, op het eerste oog, meest onooglijke deeltje. Een schildklier is maar een klein kliertje in het grote lichaam, maar zonder dat deeltje levert dat veel gezondheidsproblemen op. Of een grote teen is maar een klein lichaamsdeel. Maar zonder die grote teen, kan je veel moeilijker je evenwicht houden. Dus iedereen is nodig en iedereen heeft een plaats.
SAMENWERKEN
Mooi om te zien dat we een eenheid vormen, dat iedereen zijn of haar plaats heeft en dat we allemaal nodig zijn. Maar waarom eigenlijk? Om in beweging te komen. We willen leren, toch? We willen vooruit komen in het leven, toch? Maar om vooruit te kunnen komen moet je in beweging komen. En dat kan niet als er niet wordt samengewerkt. Elk onderdeel moet daarin zijn of haar eigen functie vervullen. Hoe groot of klein dat ook is. Allereerst bedenkt het hoofd iets en vanuit die gedachte gaan er signalen via zijn zenuwbanen naar de verschillende lichaamsdelen. Hij staat op, zet een stap. Daar zijn spieren en banden voor nodig. Zijn hart pompt bloed om de kracht op te wekken. Het been, de voet, de tenen, maar ook de ogen en oren zijn nodig, om te lopen. Want als je niet uitkijkt dan loop je zomaar ergens tegenaan, of als je die auto niet hoort aankomen dan….. Maar ook als je misschien niet meteen een functie hebt, dan moet je toch mee. Want als je gaat lopen, kan je niet je maag en darmen, of je armen en vingers achterlaten. Daarom leven christenen, als het goed is, naar wat Christus, het Hoofd, ons via Zijn Geest ingeeft. Dat geeft de zenuwen zijn signalen, geloofssignalen, die aanzetten tot doen van het goede. En dat zet het lichaam in beweging. We leren wat Hij ons heeft geleerd en brengen dat vervolgens in praktijk. Dus let goed op: Christus gaat voorop! En Hij heeft al voorbereid wat wij kunnen doen. Namelijk goede werken. Dat hebben we dus niet zelf bedacht, (Zondag 24, antw.64.). En nu komen we gehoorzaam in beweging. Iemand die bewust kiest om aan de kant te blijven staan, zonder dat dit de bedoeling is, die onthoudt Hem zijn rechtmatige deel. En dat je authentiek wilt zijn is geen excuus. Ook in het lichaam kan je authentiek zijn. Geen lichaamsdeel is hetzelfde. Zelfs niet die waarvan je er twee of meer hebt. Elke vinger heeft zijn eigen authentieke vingerafdruk, bijvoorbeeld. Dus je kunt helemaal authentiek zijn. En als het goed is geeft de kerk je daar ook alle ruimte voor, want dat verrijkt de gemeente alleen maar. Eénheid is niet hetzelfde als eenheidsworst. We kunnen ook niet allemaal hetzelfde zijn. Want als het lichaam alleen maar benen heeft, hoe kan het dan horen, zien of ruiken, enzovoort, zie onze Bijbeltekst. Dus dat wil God ook niet, iedereen hetzelfde. Nee, elk individu in de kerk mag er zijn. Hij heeft je uniek geschapen. Je bent zo door Hem gewild. Maar Hij vraagt wel van ons dat we samenwerken. Elk individu heeft een eigen band met onze Heer en in elk van ons woont de Heilige Geest. Maar die Geest geeft ons in dat we eensgezind samen moeten werken op weg naar de nieuwe hemelaarde. Blijf dus niet aan de kant staan, ga mee, je hoort erbij. Hij is ons Hoofd voor een ieder persoonlijk en allen tezamen.
SAMEN GROEIEN
Zoals we al zagen een lichaam is een levend orgaan. En dat betekent dat het veranderd. Alleen al door groei. Nu hoor ik je denken; ‘maar de kerk krimpt alleen maar’. Dat in het algemeen, maar ook plaatselijk kan dat zo zijn. Maar toch groeit de Kerk, zelfs als zij krimpt. Hoe? Als ze groeit in geloof, in hoop en in liefde. Daarvoor behoeft de kerk niet eens groot te zijn. Ook kleine kerkjes kunnen groeien in liefde, bijvoorbeeld. Een voorbeeld is de Vrije Evangelische Gemeente van Ds. De Liefde. Klein in getal, maar zij had een enorme impact in de Jordaan in Amsterdam in de negentiende eeuw, waar grote armoede heerste. Zij was groot in liefde en geloof. Dat kan ook vandaag nog. Maar dan moeten we wel eensgezind samenwerken. Efeziërs 4 : 16 b zegt: “Ieder deel draagt op eigen wijze bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde”. Eensgezindheid is dus van het grootste belang. Allemaal met de neuzen in één en dezelfde richting, elkaar ondersteunend, zodat niemand achterblijft. Als pelgrims samen op weg. Zijn we dan allemaal hetzelfde? Nee, gelukkig niet. Maar “dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toegroeien naar Hem die het hoofd is: Christus”, Efeziërs 4 : 15. Zoals een goed lichaam behoord te doen.
F.L.