Wandelen in geloof
Bent u goed gelovig? Gelooft u het wel? Vragen naar je geloof. Je voelt wel aan dat er iets niet klopt aan de vragen, ( dubbelzinnig). Zo kan het je ook zo maar overkomen dat je met iemand in gesprek bent over het geloof, maar dat je het gevoel bekruipt dat je het niet over hetzelfde hebt. Geloof is iets ongrijpbaars lijkt het soms. Wat is geloof eigenlijk? Wat zegt de Bijbel erover? Laten we daar in deze Wandelgesprekken eens bij stil staan.
ROMEINEN 1 : 5 T/M 17.
GAVE
Het geloof is allereerst een gave, een gift. Je ontvangt het van en door de Heilige Geest. ‘O, dan kan ik dus rustig afwachten tot ik het krijg’. Zo denken sommige christenen er over en dan gaan ze over tot de orde van de dag. Maar dan vergis je je. Geloven is een werkwoord! ‘Maar je zei net dat het je gegeven moet worden, hoe zit dat dan’? Het gaat om je houding. Wanneer je het geloof wilt ontvangen, moet je een open houding aannemen, zodat je het ook ontvangen kan. Wie zijn rug naar de Heer keert, wie zijn deur dicht houdt, is niet ontvankelijk. Bovendien moet je een zoekende houding hebben, op zoek naar antwoorden. Niet zo van; nou baat het niet dan schaadt het niet en niet geschoten is altijd mis. Nee, oprecht en met je hele hart de Heer zoekend. Maar dan nog is het een gave. En dat maakt het voor ons zo moeilijk om te begrijpen en te aanvaarden. De één zoekt en zoekt en staat er voor open, maar vindt het geloof niet. De ander leeft er op los en houdt geen rekening met God en wordt dan zomaar in zijn nekvel gegrepen en komt tot geloof, omdat de Geest door zijn ongeloof heen breekt. Dat komt bij ons als onrechtvaardig over. Ja, Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Hij is en blijft voor ons mensenkinderen een mysterie. Het blijft een mysterie wie wel en wie niet gelooft. En dat wordt vooral pijnlijk als het gaat om je eigen kinderen, die je hebt opgevoed in het geloof, die je alles over de Here Jezus hebt vertelt, die je hebt voorgeleefd als een christen, weliswaar met gebreken, maar zo goed en kwaad als het gaat. En die dan het geloof de rug toekeren. Ik kan er over mee praten. Dat doet pijn. En tegelijkertijd wordt duidelijk, het is geen mensenwerk. De Geest moet het geloof werken. Het is een gave van de Geest. Zo kijken wij mensen er tegenaan en snappen er vaak niets van. ‘En hoe zit het dan met twijfel’? Hoor ik je vragen. ‘Is twijfel ook geen ongeloof’? ‘Ik twijfel nogal eens en ben bang dat ik niet geloof’. Ik denk niet dat twijfel gelijk staat aan ongeloof. Kijk maar naar Tomas. Toen de discipelen hem vertelde dat de Heer was opgestaan twijfelde hij. Was dat ongeloof? Wij hebben dat ervan gemaakt; de ongelovige Tomas. Maar wat ik denk is dat hij twijfelde aan de verhalen van zijn medediscipelen. En was dat zo vreemd? Er was nog nooit iemand op eigen kracht uit de dood opgestaan. Misschien maakten de andere discipelen zichzelf maar wat wijs. Maar als Tomas Jezus ziet, dan komt hij meteen tot erkenning; “Mijn Heer en mijn God”, Johannes 21 : 28. Nee, het was geen ongeloof, maar kleingeloof. Daar duidt Jezus op als Hij zegt; “Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven”, Johannes 21 : 29. Dat was hetzelfde kleingeloof als dat van Petrus, toen hij naar Jezus liep over het water van het meer. Daar is geloof voor nodig. Maar toen hij bemerkte hoe sterk de wind was, begon hij te twijfelen en daardoor te zinken. Mattheüs 14 : 22 t/m 33. Kleingeloof is ook geloof, maar heeft groei nodig.
VERTROUWEN
Kleingeloof heeft groei nodig. Kijk en daarom is geloven een werkwoord. Je moet aan de slag. Je moet dat kleine plantje bemesten en water geven, zodat het groeit. Hoe? Een bekend kinderliedje geeft het eenvoudige, maar belangrijke antwoord. Lees je Bijbel, Bidt elke dag! Lees de blijde boodschap, het evangelie van de redding in Jezus Christus. Sta in contact met Hem en je zult merken dat je in geloof zult toenemen. En zit je met vragen? Laat je dan uitleggen door hen die je kunnen helpen om een antwoord te vinden. Ga naar de kerk en luister naar de verkondiging van Gods Woord. ‘Ja, maar dat vindt ik zo moeilijk’. Dat kan moeilijk zijn. Maar ga dan het gesprek aan. Zodat je antwoorden krijgt. Maar pas op, niet op alles hebben we een antwoord. Gelovigen die beweren overal een antwoord op te hebben moet je met een korrel zout nemen. Er zijn dingen die de Heer ons niet heeft vertelt. Maar alles wat we moeten weten staat in Gods Woord. Geloven is een zeker weten en een vast vertrouwen staat er in de Heidelbergse Catechismus Zondag 7, vraag en antwoord 21. En Dr. Charles Stanley voegt daar aan toe, het is het hebben van een sterke overtuiging. ‘Maar’, zal je misschien aanvoeren, ’ik ben niet meer zo zeker van bepaalde zaken in mijn geloof’. Dat hoor ik wel eens vaker. Maar dan maken we een denkfout. We denken dan vaak aan allerlei dogma’s. Maar dogma’s zijn formuleringen van de kerk, over de inhoud van de Bijbel. En die blijken nogal eens aan veranderde inzichten onderhevig te zijn. Nee, de Catechismus heeft het over een fundamentelere zaak. Je houdt voor waar wat God in Zijn Woord geopenbaard heeft. Met andere woorden je vertrouwd God op Zijn Woord. Dat is dus iets anders dan vertrouwen op dogma’s. Daarmee zeg ik niet dat die dogma’s onbelangrijk zijn, maar ze zijn afgeleid van en moeten in overeenstemming zijn met het geopenbaarde Woord van God. Paulus zegt het zelf nog korter: “Want alles wordt overtroffen door het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, omwille van wie ik alles heb prijsgegeven. In mijn ogen is het waardeloze troep, want ik wil Christus winnen en één met Hem zijn”, Filippenzen 3 : 8b en 9a. Bij Paulus draait het om Jezus Christus en die gekruisigd. Dat is de kern van het geloof. Vertrouwen op Hem. Geloof = vertrouwen. Deze zijn niet los van elkaar verkrijgbaar. Als je op iemand vertrouwd dan geloof je hem. Als je iemand geloofd dan vertrouw je erop dat wat hij zegt waar is. Zo is het met geloof in Jezus Christus. Dat geloof verbindt Christus aan de blijde boodschap van Zijn redding voor jou en dat geloof verbindt jou aan Hem. Geloof is dus geen doel op zich, nee, geloof is een bindmiddel, het cement, dat jou aan God verbindt en dat jou aan andere gelovigen bindt. Wie geen vertrouwen op Christus en op de blijde boodschap heeft, die gelooft niet. Maar wie gelooft die houdt dat ook niet voor zichzelf.
DELEN
“Of liever, om door elkaar bemoedigd te worden: ik door uw geloof en u door het mijne”, onze Bijbeltekst vers 12. Hier wordt heel duidelijk waarvoor geloof dient. Je houdt het niet voor jezelf. Je deelt het. Om anderen te bemoedigen. Of zelfs misschien te overtuigen, dat het echt ook voor jou is, dat Hij ook voor jou gekomen is. Daar wordt je niet minder of armer van. Nee, delen maakt rijker. En als je je geloof deelt dan maakt dat ook jouw geloofsleven rijker. Het geeft extra ‘meststof’ voor jouw geloofsplantje. Dat is ook hoe de Heilige Geest werkt. Hij zet mensen op jouw levenspad om je geloof te versterken. Maar dan moet je wel over je geloof praten. Echt van hart tot hart en niet in gemeenplaatsen en clichés. Dat zijn we niet gewend misschien en toch iedereen verlangt daar in stilte naar. Getuig van de hoop die in je leeft, van het vertrouwen, van je geloof, daarvoor zijn we aan elkaar gegeven. Zo wil Christus door Zijn Geest in de gemeenten werken. Kom uit je schulp, laat zien wie Hij voor je is. De Geest wil je als bindmiddel gebruiken en als middel om het Evangelie te verspreiden, aan die nog niet van deze stal zijn. “Want de Geest spreekt alle talen en doet ons elkaar verstaan. Samen biddend, samen zoeken, naar het plan van onze Heer. Samen zingen en getuigen, samen leven tot Zijn eer”, Lied 167 GK.
F.L.