
Wandelen met talent.
‘Ik kan niks’. ‘Ik ben niet zo slim’ of ‘ik ben niet zo handig’. Dat kan zomaar een verzuchting van je zijn. Vooral als er iemand in je omgeving is die dat schijnbaar wel is. En het gevaar van een minderwaardigheidsgevoel is aanwezig. Het wordt nog erger wanneer je dit, als kind bijvoorbeeld, steeds wordt ingewreven en je daardoor een minderwaardigheidscomplex hebt gekregen. Maar is dat ook zo? Kan je inderdaad niks? Laten we eens kijken wat de Bijbel daarover zegt en ons daar in deze Wandelgesprekken eens mee bezighouden.
1 KORINTIËRS 12 : 1 T/M 11 EN 28 T/M 31.
GEKREGEN TALENT
Iedereen heeft gaven, ook wel talent gekregen. Dat is hetzelfde. Echter van talent zegt het Koenen woordenboek, talent is een natuurlijke begaafdheid. Maar wij leren uit 1 Korintiërs dat deze zogenaamde natuurlijke begaafdheid door God gegeven is. Dus een talent is een gave. 1 Korintiërs 12 : 6b en 7; “maar het is één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt. In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente”. Wat leren wij hieruit? Iedereen heeft een gave of talent gekregen. Niemand wordt overgeslagen. Het is dus niet zo dat de één veel talenten heeft gekregen en de ander helemaal niets. Dus er is helemaal geen reden voor een minderwaardigheidsgevoel. God de Vader heeft aan iedereen gave en talenten gegeven, zo wilde hij dat. Hij heeft het ook gewild dat jij jouw talenten kreeg. Misschien niet, in jouw ogen zulke spectaculaire gaven, maar toch. De één kan goed in het openbaar spreken, de ander kan goed dingen uitleggen en kennis overdragen, en weer een ander kan mensen genezen, weer anderen hebben profetisch inzicht. ‘Maar’, hoor ik je kreunen, ‘dat kan ik allemaal niet’. Nee, dat kan. Maar weet je wat ik zo troostvol vind? Er staat tussen die gaven ook; een groot geloof. Ook geloven is een gave, een talent. En zo’n groot geloof kan ook heel belangrijk zijn in de gemeente van de Heer. Kijk maar naar de eenvoudige weduwe Baltus, door haar eenvoudig, maar groot en vast geloof, bracht ze de grote Abraham Kuyper van zijn vrijzinnige koers af terug naar de Gereformeerde weg. Paulus spreekt in onze Bijbeltekst over tal van geestelijke gaven, maar er zijn nog meer talenten. Eén van de belangrijkste is wel; luisteren. Er zijn maar weinig mensen die echt kunnen luisteren. En echt luisteren is niet alleen maar iemand aanhoren, nee, het is je oren en hart voor iemand openstellen en zonder al van te voren in te vullen wat de ander zal zeggen, horen wat hij of zij te vertellen heeft. Weer een ander talent is zorgen. En daarvan zijn verschillende vormen. Zorgen in de vorm van huishoudelijke taken, of dienende taken. In de kerk kan dat door koffie te zetten, de kerk schoon te houden, e.d. Maar er zijn ook zorgende taken op het gebied van de gezondheidzorg of mantelzorg bijvoorbeeld. En zo kan ik nog wel even doorgaan. En we leren ook uit ons Bijbelgedeelte dat we ons niet moeten blindstaren op anderen. We kunnen niet allemaal dezelfde gaven hebben. “God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven”, vers 28a. Waarom? Omdat er meer dan één gave/ talent nog zijn. Zowel Predikanten, als mensen die koffie zetten. Zowel Ouderlingen, als mensen die vanuit hun geloof getuigen. Zowel Diakenen als mensen die voor anderen zorgen. Maar er is zelfs nog een voortreffelijker weg dan al deze gaven en talenten en dat is de hoogste gave; de liefde. Iemand die onvoorwaardelijk kan liefhebben, die bezit de hoogste gave. Na dit hoofdstuk uit 1 Korintiërs volgt niet voor niets hoofdstuk 13, het loflied op de liefde. Wanneer je kan liefhebben heb je het kostbaarste en hoogste talent. En liefhebben kan iedereen, toch?
TALENT ONTWIKKELEN
Misschien heb je nog niet ontdekt wat jouw talent is. Ga dan op zoek. Waar ben ik nou goed in? Wat vind ik nou leuk om te doen? Bijvoorbeeld; je kunt gezellig praten en vindt gezellig samenzijn leuk. Je vindt het leuk om het gezellig te maken. Nou dan heb je een enorm talent, dat je kunt inzetten om eenzame mensen te helpen. Of je kunt goed luisteren en je vindt wandelen heel leuk. Nu dan nodig je iemand uit, die het de laatste tijd niet zo makkelijk had, voor een wandeling en onderwijl voer je een goed gesprek. Dus kortom, probeer je talent te ontdekken. Je hobby’s en liefhebberijen kunnen je al iets leren. En wanneer je ze wel ontdekt hebt probeer ze dan verder te ontwikkelen. Doe iets met je talent. Wanneer je je talent verder probeert te ontwikkelen dan levert dat twee dingen op. Ten eerste je wordt zelf steeds beter. Zo gaat dat in de sport bijvoorbeeld. Je kunt goed roeien of fietsen of iets dergelijks. Door te trainen wordt je beter, sneller en je uithoudingsvermogen neemt toe. En als je in een team speelt en je traint samen dan leer je ook beter wat jou plaats is en hoe je het beste je rol kunt vervullen. En ten tweede levert dat iets op voor je omgeving. Wanneer jij je rol goed en steeds beter vervult in een team, dan zullen de resultaten voor dat team beter worden, misschien wordt je wel kampioen. Dus je overige teamleden hebben er ook iets aan wanneer jij je talent ontwikkelt. Zo gaat het ook in de kerk. Wanneer de leden van de kerk hun talenten verder ontwikkelen dan heeft de hele gemeente daar iets aan. In ons Bijbelgedeelte komt dit ook naar voren “ten bate van de gemeente”, vers 7b. Waarom is dat zo belangrijk? “Welnu, u bent het lichaam van Christus en een ieder maakt daar deel van uit”, vers 27 van 1 Korintiërs 12. En vers 25; “zodat het lichaam niet zijn samenhang verliest, maar alle delen elkaar met dezelfde zorg omringen”. Jouw goede functioneren met jouw talenten zijn van belang voor het functioneren van het Lichaam van Christus, de Kerk. Wanneer jij steeds beter wordt in jouw rol, met jouw talent, dan heeft dat een heilzame werking in de kerk. Wanneer een organist goed oefent, dan wordt zijn spel steeds beter en dat is weer goed voor de lofzang van de gemeente. Of wanneer je steeds beter, attenter wordt in je zorg voor anderen, dan voelen die anderen zich daar ook beter bij. Dan wordt het omzien naar elkaar steeds beter en dat komt de gemeente ten goede. We doen het dus allemaal ten bate van de gemeente. Waarom? Omdat het het lichaam van Christus is. En Christus ons Hoofd dat van ons vraagt.
VERANTWOORDELIJK VOOR JE TALENT
God heeft jou je talent gegeven. Het is een gave van Hem. En dat Hij van je vraagt om dat op een verantwoorde wijze in te zetten en te ontwikkelen dat leren we uit de gelijkenis die Jezus ons vertelde in de Mattheüs 25 : 14 t/m 30. Daarin krijgen verschillende mensen verschillende talenten. Maar de clou van deze gelijkenis is niet dat het draait om hoeveel talenten je hebt gekregen. Maar wat je met die talenten hebt gedaan. Christus heeft ons allemaal door Zijn heilige Geest talenten gegeven. “Er zijn verschillende gaven, maar er is één Geest, er zijn verschillende dienende taken, maar er is één Heer, er zijn verschillende uitingen van bijzondere kracht, maar er is één God die ze allemaal en bij iedereen teweegbrengt” vers 4 t/m 6. Die gaven en talenten brengen ook een verantwoordelijkheid met zich mee. Dat leren we uit de gelijkenis. Je moet ze inzetten. Naar eigen kunnen en mogelijkheden. Niet dat je er weinig mee kon, door allerlei redenen, ziekte of andere obstakels. Maar dat je ze niet gebruikt rekent Christus ons aan. Kijk maar naar de reactie van de heer uit de gelijkenis. “Je bent een slechte luie dienaar. Je wist dat ik maai waar ik niet gezaaid heb en oogst waar ik niet heb gepland”, vers 26. Hij had zijn talent begraven en er niets mee gedaan. We hebben allemaal een talent, een gave ontvangen, hoe klein en ogenschijnlijk onbeduidend ook. Dat geeft niet, maar doe er in elk geval iets mee. Ontwikkel het en zet het in tot eer van Hem die je ze gegeven heeft. Wandel met je talent voor Hem en voor elkaar.
F.L.