Wandelen zonder oordeel
Is u dat ook al eens overkomen, dat u het idee had dat u met de nek werd aangekeken? Of misschien werd u wel buitengesloten. Men had blijkbaar een oordeel over u. Men liet u links liggen. Maar wat wil dat zeggen? Wat betekent dat? Wat zegt de Bijbel daarover? En hoe moeten wij daar mee omgaan? Laten we daar eens naar kijken in deze Wandelgesprekken.
MATTHEÜS 7 : 1 T/M 5
DE SPLINTER
Mensen kunnen zomaar een oordeel, mening hebben. Over allerlei zaken mag dat ook. Over politieke opvattingen, over allerlei situaties, over bepaald gedrag. Daar mogen we wel een mening over hebben. Maar een mening houdt ook vaak een oordeel in. Dat wordt nogal eens vergeten. Wanneer je een afkeurende mening hebt is dat ook vaak een negatief oordeel. Dat is niet erg, zolang het over de zaak gaat. Maar dat wordt al snel anders als het over de persoon gaat. Daartegen waarschuwt Jezus ons. En Hij gebruikt een mooi beeld daarbij. Het beeld van de splinter en de balk. Beiden zitten in het oog. Dat is al veelzeggend. Want als er iets in je oog zit dan vertroebeld dat je blik. Je kunt niet helder zien. En dat houdt ook in dat je dus geen juist beeld hebt van de situatie of in dit geval van de persoon. Bovendien, 1 Samuel 16 : 7 “de mens kijkt naar het uiterlijk, maar de Heer kijkt naar het hart”. Daarom moet je voorzichtig zijn met je oordeel. Bovendien zegt onze Bijbeltekst niet onterecht, “want op grond van het oordeel dat je velt, zal over jou geoordeeld worden”, vers 2. Dat oordeel keert dus terug als een boemerang. Datgene waarmee jij de ander de maat neemt, zal ook als maatstaf bij jou worden aangelegd. En kennen wij dat ook niet in onze Nederlandse gezegden. Je hoort nogal eens de opmerking als; als je met één vinger naar de ander wijst, wijzen er vier naar jezelf. Bovendien een oordeel zegt vaak meer over jezelf dan over de ander. Allemaal waarschuwingen om niet te oordelen. Maar waarom is oordelen dan zo erg, behalve dat het ook weer op je eigen hoofd kan terugkeren? Jezus heeft ons geboden elkaar lief te hebben; “Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad”, Johannes 15 : 12. Daar hoort geen oordelen bij! Daar hoort bij dat je elkaar liefdevol probeert te corrigeren. Bovendien hebben wij mensen nogal eens de neiging om, hoog uit de boom, iemand op zijn dak te vallen. We blazen het probleem vaak enorm op. Maken er een heel punt van. Maar Jezus zegt, het gaat om een splinter in het oog van de ander. Vaak is het iets heel kleins, iets heel nietigs, iets heel futiels. En daar komt bij dat jij niet de norm bent van hoe je bepaalde zaken aanpakt. Daarvoor waarschuwt Jezus ook in vers 2. Die norm die jij aanlegt, daarmee zal ook jijzelf worden beoordeeld. Doe dat dus niet. Probeer te zien dat die ander, op zijn of haar manier ook de Heer dient. Misschien niet zoals jij dat zou doen, maar hij of zij doet het toch maar. De splinter in het oog van die ander is vaak dus heel erg klein. Misschien ziet die ander niet alles zo goed, maar daar kan je liefdevol, zonder een oordeel klaar te hebben, samen over spreken. En misschien leer je daar zelf ook nog iets van. Of komt de ander tot de ontdekking dat het toch iets anders moet. Beiden hebben dan iets gewonnen. En al helemaal als het in liefde gebeurd.
DE BALK
Want laten we wel wezen, wie van ons is er perfect? Jezus waarschuwt ons. Wij hebben vaak een balk in ons eigen oog. Nou, kon iemand met een splinter in zijn oog al niet helemaal goed zien. Iemand met een balk in zijn oog al helemaal niet. Die ziet bijna niets meer. Hij ziet bijvoorbeeld al niet dat hijzelf ook een zondig mens is, met vele fouten. Een van de meest bewogen verhalen uit de Bijbel vindt ik het verhaal van de overspelige vrouw, uit Johannes 8 : 1 t/m 11. Daarin zien we dat de boemerang keihard terugkeert op hen die deze vrouw beschuldigen. In vers 7 zegt Jezus; “Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen”. Je ziet als hetware voor je, dat ze bukken om een steen op te rapen. Sommigen hebben er misschien al één in de hand. Maar dan gebeurt het. Plotseling dringt wat Jezus zei tot hun door. Ze richten zich op, laten de steen vallen. En wat dan gebeurt is tekenend. “Toen ze dat hoorden gingen ze weg, één voor één, de oudsten het eerst, en ze lieten Hem alleen, met de vrouw die in het midden stond”, vers 9. Ze beschuldigde haar van een splinter in haar oog. Maar Jezus ontdekte hen eraan dat ze zelf een balk in hun oog hadden. En het opvallende is dat er staat, de oudsten eerst. Hoe ouder je wordt, hoe meer zonden je gedaan hebt. Dus hoe minder je recht van spreken hebt. Wij denken dat we soms een terecht oordeel over de ander kunnen uitspreken. Maar we vergeten vaak dat we zelf ook niet brandschoon zijn. Wat zou er gebeuren als die ander, waarover wij een oordeel willen vellen, eens zou reageren met; oké, jij wilt mij de oren wassen, nou dan zal ik eens een boekje over jou open doen. Dat wil je toch niet? Daarom moeten we elkaar niet de oren wassen, maar elkaar de voeten wassen. We moeten van elkaar houden. En als je van iemand houdt dan wil dat niet zeggen dat je iemand niet op zijn of haar verkeerd gedrag of verkeerde opvattingen mag aanspreken. Want kijk maar hoe dat in een familie gaat, vader of moeder corrigeren hun kinderen ook als ze iets fout doen. Maar dat betekent niet dat ze niet meer van hun kinderen houden. Integendeel, juist omdat ze van hun kinderen houden proberen ze om hun voor fouten te behoeden. Ze doen dat uit liefde. Ze schrijven hun kinderen niet af, ze stoten ze niet uit of sluiten hun buiten. Zo moeten wij ook met elkaar omgaan. Jezus zegt in Mattheüs 7 : 12; “behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen”. Dat is niet alleen prettig voor jezelf, nee, Hij voegt eraan toe; “dat is het hart van de wet en de profeten”. Met andere woorden daar draait het om in het leven van christenen met elkaar. En Paulus waarschuwt in Romeinen 2; “Dacht u soms dat u, die zelf doet wat u in anderen veroordeeld, de straf van God kunt ontlopen? ”, vers 3. Dus wees zeer langzaam in je reactie. Denk goed na over wie jezelf eigenlijk bent. Wat jouw fouten en onhebbelijkheden zijn. En hoe jij behandeld zou willen worden. En bovenal bedenk dat niet alleen jij, maar ook die ander een kind van God is. Wie ben jij dan om daarover een oordeel te hebben. Als er al Iemand is die een oordeel mag hebben, dan toch zeker Jezus.
ZIJN RECHT
Als er Iemand is die recht van spreken heeft, dan is dat onze Heer Jezus Christus. Hij is en was zonder zonde. Hij deed nooit iets verkeerd. Hij mag een oordeel over ons allemaal uitspreken. Maar net zoals in Johannes 8 : 11 doet Hij dat niet. “U oordeelt met menselijke maatstaven, maar Ik oordeel over niemand. En wanneer Ik toch een oordeel vel, is mijn oordeel betrouwbaar, omdat Ik niet alleen ben, maar samen met de Vader, die Mij gezonden heeft”, Johannes 8 : 15 en 16. Hij oordeelt niet. Waarom niet? Omdat Hij voor onze zonden is gestorven aan het kruis. Hij heeft voor ons betaald en onze zondenschuld voldaan bij Zijn Vader. Daarom zijn we niet meer onder het oordeel. Daarom was die vrouw uit Johannes 8 niet meer onder het oordeel, omdat Hij ook voor haar stierf. En daarom moeten ook wij doen wat Hij zei; “ga naar huis en zondig vanaf nu niet meer”, Johannes 8 : 11. Ook niet meer door te oordelen over een ander. Maar laat het zijn: “Ik wil jou van harte dienen en als Christus voor je zijn. Bid dat ik genade vind, dat jij dat ook voor mij kunt zijn”. Opwekking 378.
F.L.